Arme Jamie Oliver. Hij bedoelde het goed, echt. Ik bedoel, zijn vrouw Jools verwacht haar vijfde kind. Is toch fijn, zo’n man die zich met de voeding van de baby bemoeit?
Nou, daar denkt Adèle anders over. Zij vindt het maar niets dat Jamie een campagne is gestart om ervoor te zorgen dat meer vrouwen borstvoeding moeten geven. “Het is belachelijk,” zegt ze erover. “Tegen iedereen die druk op ons legt dat we borstvoeding moeten geven, zeg ik: go fuck yourselves. Het is moeilijk, niet iedereen kan het. Dus bemoei je er niet mee!”
En ik geef haar groot gelijk.
Voordat ik zwanger raakte van de eerste, had ik een heerlijk droombeeld van zwanger zijn. Zo’n mooie bolle buik, waar ik met mijn hand over zou wrijven, onderwijl starend in het niets. Ik zou stralen, mijn haar zou glanzen en ik zou over the top gelukkig zijn. Dus.
Ik werd dik. Gigantisch dik, want ik kreeg niet alleen een buik, maar ook een fat ass, een stierennek, dubbele bovenarmen en hobbitvoeten. En al wreef ik nog steeds wel glimlachend over mijn buik, er waren genoeg momenten dat ik me het liefst negen maanden in een hoekje had verstopt. Huilend.
Op de school waar ik toentertijd werkte, kreeg ik op een gegeven moment een hormonaal gestuurde driftbui in de docentenkamer. Dit resulteerde erin dat mijn teamleider mij naar huis stuurde, omdat er niks met mij te beginnen was. Brullend reed ik naar huis, boos op de hele wereld.
Wat was het geval? Ik wilde een dropje pakken uit de snoeppot. Vervolgens vielen er een stuk of wat docenten over me heen, omdat ik ABSOLUUT geen drop mocht tijdens de zwangerschap. Daarna wilde ik een koekje pakken. Ook weer vermanende blikken, omdat ik op zo’n manier vast en zeker moddervet zou worden. En ik dacht alleen maar: laat me met rust.
Een dag later zat ik bij mijn teamleider. Ik vertelde haar dat ik vond dat mijn zwangerschap mijn zaak was en dat ik het raar vond dat iedereen zich ermee bemoeide. Ze keek me verbaasd aan. Zo werkt het nu eenmaal, zei ze.
En dat klopt. Alle keren dat ik zwanger was, waren er mensen die me maar wat graag wilden vertellen wat goed voor me was en wat niet. Als ik sushi durfde te eten werd ik verketterd (terwijl sushi gewoon kan, je moet alleen oppassen met bepaalde hoeveelheden). Als ik koffie dronk, werd ik haast gestenigd. Toen ik heel dik werd, begonnen mensen te twijfelen of ik wel echt wist wanneer ik uitgerekend was (“Nee, een maand eerder toch? Zo te zien aan je buik wel!”).
En ook was er altijd die vraag: ga je borstvoeding geven? Van vrouwen, wildvreemde vrouwen, op straat, in een winkel. Ik vond dat nogal intiem. Ik kreeg dan de neiging om vragen te stellen als: en heb jij laatst nog een Brazilian Wax gehad?
Ik wist van tevoren al dat ik geen borstvoeding kon geven. Daar had ik geluk mee, want daardoor werd ik niet alsnog gevierendeeld. Niet iedereen wil of kan borstvoeding geven. En iedereen heeft daar haar redenen voor. Ik hoop dat vrouwen, die zich nu onder het bericht over Jamie en Adèle aan het verantwoorden zijn (“ik wilde echt, maar het lukte niet…tot bloedens toe”), zich realiseren dat het oké is. Dat wat moeders ook besluiten: het is gewoon goed.
Andere mensen kunnen niet in jouw hoofd of hart kijken. Niemand kan voor jou beslissen wat de beste keuze is. En niemand mag jou daarom veroordelen. Borstvoeding? Top. Flesvoeding? Top. Laat je niet onzeker maken, wat je ook doet of hebt gedaan. Je wilde het beste voor je kind en dat was op dat moment het beste wat je kon geven. En mensen die oordelen can go fuck themselves!
Journalist Sophie Fleur (36) is getrouwd en heeft drie kinderen.
Lees ook:
Lijnen
Incasseringsvermogen
Zindelijk
Nachtje weg
Mank
De tevreden poeper
Gewoon lekker laten krijsen
Beeld: Jan Fornan
Het bericht Blog Sophie: Borstvoeding verscheen eerst op VIVA - Niets te verbergen.